Hoe ontstaat gebitsslijtage en wat zijn de mogelijke oorzaken?
Tandartsen zien steeds vaker gebitsslijtage bij hun patiënten. Dit komt voor een deel door dat mensen steeds ouder worden. Toch zien tandartsen ook onder jongeren in toenemende mate gebitsslijtage ontstaan. Veertig procent van de 16-jarigen heeft al erosieslijtage. Dit vraagt om een zorgvuldige diagnostiek en behandeling. Hoe ontstaat slijtage van het gebit nu precies? Dat is moeilijk vast te leggen omdat meerdere factoren een rol spelen. Zelden is bijvoorbeeld alleen sprake van erosie. Er zijn drie verschillende vormen van slijtage: Mechanische slijtage, Chemische slijtage, Stress in het gebitselement. Tand-op-tand contact is een vorm van mechanische slijtage. Je kunt je voorstellen dat dit meerdere keren per dag gebeurt, tijdens slikken en kauwen. De slijtage is in verhouding met de kracht maal de afstand. Dan is er ook nog tanden knarsen, ook wel bruxeren genoemd. Dat komt heel veel voor. Tanden knarsen laat zich het beste omschrijven als onbewuste mondgewoonte met niet-functioneel ritmisch drukken, duwen, klemmen en schuiven van tanden over elkaar. Bij bruxeren zijn geen van deze bewegingen onderdeel van functionele bewegingen zoals eten en/of slikken. Wat tanden knarsen veroorzaakt, is nog niet bekend. Wel worden factoren genoemd zoals stress en persoonlijk karakter, ziekte, trauma, roken, inname van cafeïne, medicatie en drugs en slaapproblemen zoals snurken en slaapapneu. Wist je dat mensen zowel overdag als in hun slaap tanden knarsen? Daarom wordt gesproken over waak en/of slaapbruxisme. Waakbruxisme komt veel vaker voor dan slaapbruxisme. 22 tot 31 procent van de volwassenen doet aan waakbruxisme en 9 tot 15 procent van de volwassenen kampt met slaapbruxisme. Wil je weten of bij jou sprake is van bruxisme? Je kunt dit achterhalen met een app op de telefoon: Do I snore or do I grind?. Het onderbreken van de ademhaling tijdens de slaap voor meer dan tien seconden is een mogelijke oorzaak van bruxisme. Bij ongeveer 57 procent van de mensen die met bruxisme te maken hebben, is sprake van milde tot redelijke apneu en bij 37% ernstige apneu. Medicatie kan van invloed zijn op tanden knarsen. Zo vergroten antidepressiva de kans op slaapbruxisme. Verschillende soorten drugs doen de kans op bruxisme toenemen. De bekendste is XTC/MDMA, een drug die door vijftig procent van de festivalbezoekers wordt gebruikt. XTC/MDMA zijn amfetamines die de speekselproductie verminderen. Het lichaam is in opperste staat van paraatheid. Vanwege de verminderde speekselproductie neemt ook de kans op erosie toe. Nog altijd is vrij weinig bekend over bruxisme. Naast medicijnen kunnen stress, roken en slaapapneu van invloed zijn. Van zure dranken weten we dat ze invloed hebben op het ontstaan van erosie, maar niet op het ontstaan van bruxisme. Tussen bruxisme en gastro-oesofageale reflux lijkt wel een relatie te bestaan. Bij een prematuur contact is sprake van een contact tussen tanden waarbij een tand kan verplaatsen, de kaak kan afwijken van de gewenste beweging en een prothese uit balans kan brengen. Dit kunnen de gevolgen daarvan zijn: De tand met het premature contact kan zich gaan verplaatsen, De tand met het premature contact kan gaan slijten, Er ontstaat een verschil in spanning van de kaaksluitspieren. De verstoring in de kaaksluitspieren kan worden verholpen door de kauwspieren te deprogrammeren. Dat doe je door de proprioceptie te veranderen tijdens het sluiten van de onderkaak. Proprioceptie is een zintuig, dat van belang is voor de balans en de motoriek van het lichaam. Het zintuig geeft ons een gevoel van lichaamsbewustzijn en regelt kracht en druk van het lichaam. Een stabilisatie of een repositiesplint kunnen helpen, net als wattenrollen of een leaf gauge. Hierna wordt vaak pas duidelijk waar het premature contact zich bevindt. Van erosie is sprake bij het oplossen van tandweefsel door zuren die niet van bacteriën afkomstig zijn. De belangrijkste inwendige factor voor chemische gebitsslijtage is maagzuur. Vanwege de pH-waarde is maagzuur in staat glazuur en dentine op te lossen. Bij gastro-oesofageale refluxziekte of zuurbranden komt maagzuur in de slokdarm terecht. Hierdoor kan de pH-waarde dalen, met erosieve effecten tot gevolg. Deze refluxziekte lijkt met name bij volwassenen veel voor te komen en treedt meestal 's nachts op. De ziekte wordt gezien als één van de voornaamste factoren voor ernstige gebitsslijtage bij volwassenen. Er is een duidelijke relatie tussen deze specifieke refluxziekte en nachtelijk bruxisme. De bekendste eetstoornissen zijn boulimia en anorexia nervosa. Bij anorexia nervosa is vaak sprake van ondergewicht, waarbij vreetbuien worden afgewisseld met compensatiegedrag zoals braken en laxeren. In totaal zijn er ongeveer 40.000 mensen per jaar, voornamelijk jonge vrouwen tussen de 15 en 29 jaar, die last hebben van een eetstoornis. Voor die specifieke groep is dat ongeveer 2% per jaar. Naast bovenstaande eetstoornissen bestaan andere problemen, zoals misselijkheid rond de zwangerschap en herkauwen. Braken tijdens de zwangerschap kan een risico zijn wanneer het heftig en langdurig is. Het herkauwen van voedsel is een ongewone situatie, waarbij een klein beetje maaginhoud opnieuw gekauwd en doorgeslikt wordt. Dit komt onder andere relatief veel voor bij mensen met een verstandelijke beperking. Het drinken van te veel alcohol stimuleert reflux en / of braken. Ook kan de speekselproductie negatief worden beïnvloed. Bij ongeveer 91% van de alcoholverslaafden treedt ernstige slijtage van het gebit op. Naast maagzuur speelt ook speeksel een belangrijke inwendige factor voor chemische gebitsslijtage. Zonder speeksel van goede kwaliteit kan het glazuur op onze tanden geen weerstand bieden aan alle zure producten onder een pH van 5.5 en heeft erosie vrij spel. Speeksel heeft een vijfvoudige beschermende functie tegen erosie dankzij deze vijf eigenschappen: Verdunning, Spoeleffecten, Buffercapaciteit (de mate waarin speeksel zuur kan neutraliseren), Pellicle vorming (speekseleiwitten die zich aan het tandoppervlak hechten), Het genezen van cariës (gaatjes in de tanden of kiezen). Wanneer de hoeveelheid speeksel in je mond afneemt, wordt ook de beschermende werking van het speeksel kleiner. De afname van speeksel kan worden veroorzaakt door: Medicatie, Bestraling van het hoofd- en halsgebied, Aandoening van het zenuwstelsel, Verminderd welzijn, Een aandoening die invloed heeft op de speekselklieren zoals diabetes, de ziekte van Parkinson, Drugs, Een auto-immuunziekte. Een zwangerschap of de menopauze kunnen de speekselproductie nadelig beïnvloeden. Verschillende medicijnen hebben een remmende werking op de speekselvloed. Geneesmiddelen die het parasympatische zenuwstelsel blokkeren hebben vaak een remmend effect op de speekselsecretie in rust. De term xerostomie vaak ten onrechte wordt gebruikt voor het aanduiden van een geringe speekselproductie. Uitwendige factoren voor chemische slijtage zitten in alles wat van buiten de mond in komt. Behalve aan voeding kun je denken aan medicatie, drugs of omgevingsfactoren. De pH-waarde in voedingsmiddelen speelt een belangrijke rol bij de mate van erosie, maar een product met een lage pH kan toch niet-erosief zijn als er veel calcium of fosfaat in zit. Gelukkig heeft speeksel dat van goede kwaliteit is buffercapaciteit en kan aanzienlijk neutraliseren. Maar, bij dranken met een pH-waarde lager dan 4 is ook de buffercapaciteit van speeksel onvoldoende om erosie te voorkomen. Astmapatiënten lopen extra risico op chemische slijtage. De medicatie heeft een pH-waarde lager dan 5.5 en vermindert ook de kwaliteit van het speeksel, wat het erosieve effect vergroot. Drugs die via de mond worden ingenomen kunnen ook erosief werken. Denk aan cocaïne dat op het tandvlees wordt gesmeerd. In sommige situaties moet ook rekening worden gehouden met de werkomgeving van de patiënt, waar zure dampen kunnen vrijkomen. Denk aan de metaal-, kunstmest-, galvaniseer- en accu-industrie. De zuren zijn lucht gedragen en komen via het ademen in de mond. In zwembaden wordt de pH-waarde regelmatig gecontroleerd. Van abfractie is sprake wanneer stukjes glazuur van de tand of kies afbreken. Dat gebeurt bij premature contacten tussen de tanden en kiezen en bij tanden knarsen. Dit artikel is tot stand gekomen op basis van de Whitepaper die tandarts Erik-Jan Muts geschreven heeft en gepubliceerd is in het wetenschappelijk tijdschrift TP / Academie nascholing.